‘De TV kijker van het jaar’ is leuk, maar niet het eerbetoon dat je verwacht
Dat de televisie in een identiteitscrisis zit is inmiddels geen geheim meer. Met de komst van online streamingdiensten als Netflix hoeft de consument immers geen groot beeldscherm meer midden in de woonkamer te zetten om zijn favoriete programma’s te kunnen bezichtigen. Het aantal mensen dat live tv kijkt daalt dan ook sterk.
Wellicht was dit de reden voor de AVROTROS om ‘De TV kijker van het jaar’ uit de kast te halen. In dit spelprogramma beantwoorden honderd kandidaten veertien vragen over de televisie van het afgelopen jaar. De vijf kandidaten met de meeste goede antwoorden strijden vervolgens in een tweede ronde voor een plek in de finaleaflevering, waarin de winnaar wordt bekroond tot de tv-kijker van het jaar.
Zo’n spelprogramma is een goed excuus om eens terug te blikken op de tv-programma’s van afgelopen jaar, om zo een ode uit te brengen aan de televisie anno 2018. Tenminste… dat zou je denken, maar niets is minder waar. Ondanks dat het programma zichzelf presenteert als een nostalgisch eerbetoon – bijvoorbeeld door in een promo’tje trots te vertellen dat het zal worden uitgezonden “op tv” – komt het medium er in het programma zelf bekaaid vanaf. ‘De TV kijker van het jaar’ is helemaal geen eerbetoon, maar toont juist het verdere verval van de televisie.
Dat begint al bij de kandidaten. De honderd aanwezigen in de studio staan natuurlijk symbool voor de ideale televisiekijker; ze hebben immers het hele jaar geen televisiemoment gemist. Om te zorgen dat de best mogelijke kandidaten in het publiek zitten, zullen de meeste spelprogramma’s voorrondes houden waarbij niet alleen wordt
gekeken naar de competentie van de kandidaten, maar ook naar hun spontaniteit, humor, enthousiasme en andere eigenschappen die een mens charismatisch over laat komen. ‘De TV kijker van het jaar’ had deze luxe duidelijk niet. De ideale televisiekijker is blijkbaar ongeïnteresseerd, verlegen, en zó gespannen dat wanneer hij ernaar wordt gevraagd, hij even vergeet op welk geslacht hij ook alweer valt. Toegegeven: in het laatste geval lost de kandidaat het goed op met een kleine dosis humor, maar toch komt het ideaalbeeld van de televisiekijker er niet goed vanaf.
Wat hierbij niet helpt is het cynisme van presentator Harm Edens. Regelmatig neemt hij de kandidaten uit het publiek in de maling, waardoor hij een al pijnlijk moment nog gênanter weet te maken. Dit cynisme is zeker nodig, omdat zonder Edens’ commentaar een groot deel van de entertainmentwaarde van het programma weg zou vallen, maar het zorgt er tegelijkertijd voor dat de kandidaten – die het al moeilijk hebben – er nog slechter uit komen te zien. Edens beperkt zich overigens niet tot het belachelijk maken van de kandidaten. Ook de onderwerpen van de vragen krijgen ervan langs. Zo zegt hij bijvoorbeeld dat SBS 6 “bewezen marktleider is in de gevangenis.” Ook hier geldt dat zijn opmerkingen een belangrijk onderdeel vormen van het programma, maar een eerbetoon aan televisie zijn ze zeker niet.
Maar het grootste probleem van ‘De TV kijker van het jaar’ is de selectie van de inleidende fragmenten. Al sinds De TV Draait Door wordt de Nederlandse televisie overspoelt door ‘grappige’ internetfilmpjes. Of het nou gaat om talkshows, quizprogramma’s of zelfs journalistiek: geen format is meer veilig voor een rubriek waarin de meest populaire Facebookvideo van de dag wordt ingeleid door de presentator, en wordt gevolgd door wat ongemakkelijk gegniffel van het publiek. Ook uitgerekend ‘De TV kijker van het jaar’ is niet immuun voor deze plaag. Een vraag over klusprogramma’s wordt niet – zoals misschien verwacht – ingeleid door een fragment uit ‘Help! Mijn man is klusser’, maar door een wazig YouTube-filmpje van een man die een schroef in de muur timmert met een hamer. Net zoals de rest van het programma is dit zeker vermakelijk voor op de zaterdagavond, maar tegelijkertijd een gemiste kans om het beste van de Nederlandse televisie naar boven te halen. Jammer, aangezien het dat juist zo nodig heeft.